De pro’s en con’s om als Nederland meer gebruik te maken van Europa in Klimaatbeleid. Andere Lidstaten zijn daar actiever in.
Na het gereedkomen van het Nederlandse Klimaatakkoord is het interessant te kijken hoe een aantal andere landen dat recentelijk hebben gedaan. Twee dingen vallen op. Ten eerste is er geen andere EU-lidstaat die op de eigen industrie, die al onder het EU ETS vallen, extra CO2-verplichtingen oplegt. Ten tweede, daarmee verband houdend, ruimen andere landen meer ruimte in voor de EU wat klimaatbeleid betreft. Nederland kan meer samenwerken in de EU op klimaatgebied: dat bespaart geld en nationaal gedoe over level ‘playing field’ en vrees voor concurrentieverstoring en levert meer draagvlak op. Dat doet Nederland al bij het halen van groene stroomdoelen: ‘statistische overdracht’ van duurzame energiecapaciteit (DE) van een lidstaat die juist meer DE heeft geïnstalleerd. Dergelijke samenwerking kan ook bij CO2.
Uit de brief vorige week van het kabinet aan de Tweede Kamer blijkt dat het de klimaatdoelen en -aanpak in de Green Deal in grote lijnen steunt (zie hier nadere informatie over Green Deal-inhoud). Wel wil het kabinet de nadruk op efficiëntie en draagvlak en voorafgaand een assessment zien. Dat het binnenlands ‘getafel’ inderdaad gedoe oplevert, bewijst de laatste survey die Price Waterhouse Coopers onder CEO’s heeft gehouden en die op het World Economic Forum eind januari werd gepubliceerd. Nederlandse CEO’s blijken namelijk significant meer bezorgd over regelgeving rond klimaat dan hun collega’s wereldwijd (46% tegenover 35%). Viviana Kooistra van PwC denkt dat dit te maken heeft met de recente ontwikkelingen in Nederland als het gaat om ‘bijvoorbeeld de totstandkoming van het klimaatakkoord, de geplande CO2-heffing voor de industrie en de afbouw van het gasgebouw.’
“Duitsland, Oostenrijk en Denemarken geven wel meer belang aan verdergaande Europese klimaatafspraken”
Ook Duitsland, Oostenrijk en Denemarken hebben onlangs nationale klimaatafspraken gemaakt om hun klimaatbeleid in ‘on track’ met het Parijs Akkoord te brengen. Deze 3 landen lopen dan wel weer achter met het maken van concrete afspraken de eigen sectoren. Maar Duitsland, Oostenrijk en Denemarken geven wel meer belang aan verdergaande Europese klimaatafspraken. De aangekondigde Europese Green Deal haakt juist in op die complementariteit. In die zin is de Green Deal voor Nederland een welkom geschenk, omdat het klimaatakkoord dan deels opengebroken kan worden voor een positieve bijdrage vanuit de EU, en we de ‘verstandige heffing’ bijvoorbeeld kunnen laten schieten, omdat er met Europese aanscherping van CO2-doelen al meer ‘level playing field’ komt.
Het kabinet gaf in de kamerbrief ook aan nieuwsgierig te zijn naar een CO2-heffing aan de Europese grens: ‘Carbon Border Taks’. Duitsland en Oostenrijk zijn positief en Polen en Frankrijk ook. Wel moet Nederland kritisch zijn. Het gevaar is dat het een ‘cash cow’ wordt voor de Europese Commissie zonder effect op het klimaat. Belangrijk is om bij zo’n tax dichtbij het ETS te blijven, gratis toekenning van rechten aan industrie niet zomaar af te bouwen en zo’n heffing met een grotere groep landen – carbon club – in te voeren.
“Eerst goed zicht hebben op wat Nederland kan hebben aan wat het EU-klimaatbeleid in petto heeft”
Premier Rutte, trapte vorige week in Brussel wel op de rem wat de voorgestelde verhoging van de bijdrage van 1% naar 1,1% aan de begroting van de Europese Commissie betreft. De klimaatdoelen van de Commissie bestreed hij niet. Nederland is nettobetaler. Oostenrijk, Zweden en Denemarken zijn ook tegen een verhoging naar 1,1%. Eurocommissaris Timmermans lijkt Nederland al te willen dwingen wel meer te betalen, “omdat anders Polen niet akkoord gaat met de hogere CO2-doelen”, stelt hij. Dat lijkt mij overvraagd. Polen kan dit door de nieuwe stemregels niet tegenhouden en er zijn al transitiefondsen. Frankrijk wil weliswaar Polen steunen bij het transitiefonds, maar heeft ook twijfels bij een hogere contributie.
Maar belangrijker is eerst goed zicht te hebben op wat Nederland kan hebben aan wat de EU wat klimaatbeleid in petto heeft; dat scheelt contraproductieve en dure nationale maatregelen. Een paar hoogtepunten uit andere klimaatplannen en duidelijke referenties naar EU Klimaatbeleid:
- Duitsland gaat pleiten voor een Europese minimum CO2-prijs voor de veiling van emissierechten en voor het op termijn onderbrengen bij het ETS voor verkeer en gebouwen. Hierin kan ze op steun rekenen van de nieuwe Europese Commissievoorzitter, Ursula von der Leyen, die daar ook voor heeft gepleit. Interessant is dat zij ook voor een CO2-heffing voor import uit landen met lagere CO2-kosten is; dat vergemakkelijkt een hogere CO2-prijs in de EU.
- De Oostenrijkse coalitie van Conservatieven en Groenen hebben in hun Regeringsverklaring van 10 januari afgesproken dat Oostenrijk in 2040 klimaatneutraal zal zijn, en dat het wil bijdragen aan dat de EU internationaal de leiding neemt en haar CO2-doel moet aanscherpen, EU-budget aanwenden voor klimaat, een minimum EU CO2-prijs en een EU Border Tax, ETS-uitbreiding met scheepvaart en beëindigen van fossiele subsidies via de EU. Men wil ook de afbouw van kolen via de EU coördineren, om kolenstroomimport te voorkomen. Daar kan Nederland ook zeker mee geholpen zijn. Een nationale CO2-tax of emissiehandel wil men alleen in de niet-ETS sectoren, net als met Duitsland.
- Ook Denemarken heeft een Klimaatwet afgesproken voor 70% CO2-reducitie in 2030. Men wil geen extra CO2-heffing voor de industrie, maar wel een mogelijkheid om de mondiale emissiemarkt te gebruiken als doelen niet gehaald worden. Interessant is verder dat Denemarken aan de ene kant de impact op internationale emissies mee wil nemen, inclusief scheepvaart en luchtvaart. Aan de andere kant wil men laten dat men duurzame stroom levert aan 15 andere landen, waaronder Nederland.
Nederland kan dus meer samenwerken in EU op klimaatgebied: maar doe het ‘smart‘, dat bespaart geld en nationaal gedoe en levert draagvlak op.
Deze column verscheen eerder op Energiepodium.nl