Klimaattop, klimaatmars, klimaatmarkt: aandacht voor CO2-handel
Je kunt merken dat er een belangrijke klimaattop ophanden was. Op 23 september kwamen meer dan 120 staatshoofden op uitnodiging van de Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki-moon, naar New York. Zij moesten politieke druk zetten op de klimaattop in Parijs in 2015.
Zoals gebruikelijk was daaromheen veel publiciteit. Zondag 21 september, werd een wereldwijde klimaatmars georganiseerd. Opvallend is de hoeveelheid nieuwsberichten en oproepen van bedrijven en regeringen om vooral veel met het systeem van CO2-beprijzing te doen.
Zoals ik eerder schreef, neemt het gebruik van CO2-handel mondiaal toe. Terwijl we in Brussel emissiehandel als zorgenkindje zien, wordt het instrument elders omarmd. Het Carbon Disclosure Project schreef vorige week dat 638 bedrijven CO2-beprijzing en -handel zien als kans voor hun onderneming. 50 bedrijven in landen waar geen systeem is, hanteren toch een interne CO2-prijs tussen $ 6 en $ 80 per ton. Op de site van de Wereldbank staat een verklaring, bedoeld voor de Klimaattop, die is ondertekend door meer dan 50 landen en meer dan 300 bedrijven.
Waardoor deze toenemende aandacht voor CO2-handel?
Misschien is het omdat, zoals de Voorzitter van het Nederlandse Emissieautoriteit, Dorette Corbey, het op de jaarlijkse NEa-bijeenkomst vorige week zei: “Met emissiehandel is het als met de democratie; het is niet perfect, maar er is geen beter systeem“. Ik denk dat er drie hoofdredenen zijn waarom juist nu de aandacht naar CO2-handel groot is:
- Ten eerste zijn steeds meer bedrijven zich ervan bewust dat het klimaatprobleem niet van de politieke agenda gaat, dat het klimaatprobleem hen ook raakt, en dat CO2-handel bedrijven meer flexibiliteit geeft dan verplichtingen
- Ten tweede omdat er meer ruimte komt voor ‘bottom-up’ naast VN-afspraken. Bedrijven willen dat het nieuwe Klimaatakkoord daar aandacht aan besteed. Er is een klein aantal landen dat om politieke redenen niets in CO2-handel ziet, maar die mogen van de VN niet blokkeren dat andere landen er wel gebruik van maken
- Ten derde blijkt het internationaal lastig om met alleen publiek geld de afgesproken $ 100 miljard klimaatfinanciering in 2020 bij elkaar te krijgen; marktinstrumenten moeten daarom een rol spelen. Eerder deze week bracht de door Ban Ki-moon ingestelde Global Commission on the Economy het rapport ‘Better Growth, Better Climate’ uit, waarmee bedrijven klimaatrisico’s en klimaatkansen kunnen inschatten. Ook daarin is veel aandacht voor CO2-beprijzing en de voordelen van emissiehandel (zie kosten en benefits curve onder). Ook ontwikkelt de Wereldbank instrumenten als ‘green bonds’ en ‘optiecontracten’ om al op de korte termijn bedrijfskapitaal beschikbaar te krijgen.
Aan aandacht voor emissiehandel is dus geen gebrek. Of het een effectief instrument wordt, hangt af van de ambitie bij de uiteindelijke klimaatafspraken. Het is mooi dat veel individuele bedrijven zich er hard voor maken. De bedrijvenorganisaties zouden zich in Brussel, en ook voor het Energieakkoord, niet alleen moeten inzetten voor het systeem, maar ook voor de ambitie daarbij. Want een ambitieus CO2-prijssignaal voor de langere termijn ontbreekt nog.
Deze column verscheen eerder bij Energiepodium.