In de Miljoenennota wordt het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) aangekondigd naar de kostenefficiëntie van klimaatmaatregelen. Aanleiding was de motie Leegte/Van Veldhoven waarin wordt gevraagd om “per maatregel in het Energieakkoord de kosten per vermeden ton CO2 aan te geven”. Het onderzoek betreft maatregelen binnen het Energieakkoord en daar buiten. Ik raad de onderzoekers dan ook aan zeker ook buiten de Nederlandse grenzen te kijken: dat is kosten-effectief. Nu is het klimaatbeleid bovendien ‘lek’.
De extra reductie die Nederland door het Klimaatvonnis moet realiseren is te zien als ‘overcompliance’, dat wil zeggen buiten de wettelijke verplichting van de EU-afspraken en het Kyoto Protocol. Het gaat om het voorkomen van klimaatschade. Dus mag Nederland alle reducties nemen die ‘de atmosfeer ziet’, dus inclusief het kopen van goede emissiecredits op 31 december 2020, bij wijze van spreken. Eventuele restricties voor de 20% gelden dan niet. Bijkomend voordeel is dat Nederland op die manier wat nieuws en ook noodzakelijks kan stimuleren zoals bosbeschermingsprojecten (REDD+). Een aantal Nederlandse bedrijven experimenteert daar voor de vrijwillige CO2-markt al mee: laat dat voor de Nederlandse reductie meetellen!
Straks is Nederland CO2-neutraal en lekt de CO2-emissie via import van goederen uit het buitenland weer naar binnen.
Zeker nu verdergaande CO2-reductie actueel is door het klimaatvonnis en de aankomende klimaattop in Parijs, en de schatkist nog leeg is, is het zaak nog beter naar kostenefficiëntie te kijken. De CO2-prijs voor de industrie is nu Euro 8 per ton; de kosten voor subsidie van duurzame energie en woningverbetering is meer dan Euro 100 per ton: dat is niet duurzaam. Straks is Nederland CO2-neutraal en lekt de CO2-emissie via import van goederen uit het buitenland weer naar binnen. Dus omdat het anders te duur wordt en niet effectief is deze kostenefficiëntietoets zeer welkom.
Verzandt niet in een duurzame-energie-in-Nederland vs andere-opties strijd”
McKinsey heeft daar de CO2 Kostencurve voor ontwikkeld: lopend van -100$ tot 100$ per ton CO2. Die is vorig jaar aangevuld tot een CO2 kosten- en batencurve in het rapport Better Growth, Better Climate” van de door de Ban ki Moon ingestelde Global Commission on the Economy “. Deze aanpak leidt tot verlaging van kosten bij baten en verhoging bij extra risico. Marjanne Minnesma van de eiser in de klimaatzaak Urgenda zou graag zien dat het klimaatvonnis niet verzandt in een links-rechts strijd. Ik zou daaraan willen toevoegen, niet in een duurzame-energie-in-Nederland vs andere opties strijd. De kosten- en batencurve laat goed zien waar met dezelfde euro het meeste wordt bereikt en dat duurzame energie een onderdeel daarvan is, net als duurzame landbouw, verkeer. Goed om te zien dat de Klimaatbegroting van Groenlinks al wel naar internationale luchtvaartemissies verwijst. Internationale emissies tellen mee: maar laten in de luchtvaart de CO2-kosten nu juist het hoogst zijn. De Miljoenennota verwijst bijvoorbeeld naar emissies door boskap bij import van palmolie. Unilever gaat dat bijvoorbeeld al tegen.
Maatschappelijke kosten en baten moet je meenemen
Het vergelijken van maatregelen is lastig: hoe vergelijk je mestvergisting met omzetten van groene stroom in gas en met recyclen van carbon black uit autobanden voor coatings. Bepaald is in het IBO welke maatstaven worden gehanteerd om tot meetbaarheid te komen en zo de kosten per geselecteerde maatregel te berekenen. Dat wil zeggen de maatschappelijke kosten en baten moet je meenemen; niet alleen de directe kosten. Dus bijvoorbeeld bij CO2-opslag en elektrisch vervoer de verbetering van de luchtkwaliteit ivm gezondheid meenemen. En het tegengaan van emissies door boskap voor palmolie en het financieren van efficiency van industrie in het buitenland, omdat dat mondiale emissies goedkoper tegengaat per ton CO2 en internationaal als vliegwiel werkt. Veel tweede kamerfracties zijn dan ook voor het koppelen van ontwikkelingsfinanciering aan resultaat met CO2-reductie.
De EU heeft nu aangegeven dat men in 2020 (-20%) en 2030 (40%) binnenlands aan CO2-reductie gaat doen, daarmee wordt de transitie van de eigen economie ook bevorderd. Op de Klimaattop en bij de uitvoering van het Klimaatvonnis moeten we ook buiten de grenzen kijken. Dat is ook niet voor niet niets. Het Westen importeert veel consumptiegoederen en grondstoffen uit ontwikkelingslanden: dat leidt daar tot emissies inclusief door tropische ontbossing. Onze emissies zijn daardoor ‘geëxporteerd’. Nu is het tijd daar wat aan te doen. EU Milieucommissaris Canete heeft op de Klimaattop vorig jaar aangegeven dat als de EU verder gaat dan 40% reductie, dat via CO2-reducties buiten de EU gaat. De IBO-studie, die eind dit jaar gereed moet zijn, is dus op tijd.
I.v.m. het Kamerdebat op 24 september is een preview van de column die op die dag bij Energiepodium.nl verschijnt.