Wiebes hield optie carbon credits al op tafel in de Tweede Kamer (kamerzitting 28/11)
Samenvattend: Nederland mag carbon credits van het Kyoto Protocol gebruiken en deze worden als eigen reducties gezien om de Nederlandse CO2-doelen te halen. Ook staat het toegestaan gebruik van carbon credits expliciet genoemd in de EU Effort Sharing Decision voor 2020. Het Arrest van de Hoge Raad verwijst hier naar (Arrest 20 dec 2019, zaaknummer 19/000135)
De vraag die hier wordt behandeld is: is het Nederland toegestaan voor het voldoen aan (een gedeelte) van het Urgenda-vonnis carbon credits in het kader van het Kyoto te benutten?
Als vrijblijvend compromis met Urgenda en uit pragmatische redenen is te overwegen wellicht gebruik te maken van carbon credits voor het behalen van het eerdere CO2-doel van 20% in 2020, en niet voor de extra reductie tot 25% in het kader van dit arrest. Strict juridisch zou dat sowieso mogen en geaccepteerd worden.
1. VOORVRAAG: Mogen landen voor hun CO2-verplichting voor 2020 deels Kyoto credits gebruiken?
Ja. Het Clean Development Mechanism (CDM) is het Carbon Credit Mechanism in het kader van het Kyoto Protocol. In artikel 12 staat dat “The purpose of the clean development mechanism shall be to assist Parties included in Annex I in achieving compliance with their quantified emission limitation and reduction commitments”
Motivering; Het CDM bestaat nog steeds en geeft nog steeds certificaten uit. Begin oktober werd een mijlpaal gehaald: het 2 miljardste certificaat werd afgegeven. Op de klimaattop in Madrid hebben landen nog geen besluit kunnen nemen over de rol van het CDM na 2020 (zie mijn column op Energiepodium)
Eerder gebruik door Nederland en kosten.
Tot 2012 heeft Nederland ook voor tientallen miljoenen CDM-credits gekocht voor haar CO2-doel voor 2012. Voor het 2020-doel koos men dit nationaal te doen. Maar nu er een reductie-tekort is, zou Nederland aanvullend weer carbon credits kunnen kopen. Voorbeeld: 5 miljoen CDM-credits voor 2020 zal tussen 25 en 50 miljoen euro kosten tegen een prijs van 5 cq 10 euro per ton. In de Tweede Kamer zei minister Wiebes op op 28 nov. 2019 dat Nederland nog over zo’n 800.000 carbon credits beschikt. Hij noemde dat de prijs onder 1 euro zou liggen; maar bij hoog kwalitatieve, duurzame CDM credits is de prijs in de richting zoals hierboven genoemd.
EU Regels staan gebruik Carbon Credits voor CO2-doel 2020 toe
De EU geeft aan dat het gebruik van CDM credits in het kader van de Effort Sharing Decision voor de niet-ETS doelen voor 2020 is toegestaan:”The use of credits from project activities should be limited so that it is supplemental to domestic action”. In het Arrest verwijst de Hoge Raad in 2a en overwegingen 2.3.1., 2.3.2. en 7.2.6. naar deze Effort Sharing Decision.
Ook mochten Nederlandse bedrijven die onder het EU ETS vallen ook een deel van hun emissies afdekken met CDM credits: die konden ze inwisselen bij de Europese Commissie voor EU emissierechten.
Landen als Zweden, Zwitserland en Noorwegen gebruiken nu ook CDM credits om een deel van hun 2020 CO2-doel te halen.
- Zweden:”The Swedish governmental program for International Climate Change Mitigation targets to buy up to 40 million tCO2e emission reductions as part of Sweden’s national target for 2020. In de Klimaatwet van Zweden staat dat men in 2045 netto klimaatneutraal wil worden. Er staat opgenomen dat in 2030 acht procent en in 2040 twee procent van de benodigde CO2-reductie kan komen uit internationale projecten.
- Noorwegen heeft een CO2-doel van 30% in 2020. “Contracts with an estimated delivery of some 47 million CERs have been contracted under the bilateral procurement program and through carbon funds under NEFCO and the World Bank”
- Zwitserland gebruikt voor haar CO2-doel van 20% in 2020 deels carbon credits en wil dat blijven doen: Switzerland announced a 50% emission reduction target by 2030, of which at least 30% must be achieved in Switzerland itself. The remaining up to 20% should be attained through purchasing carbon credits (zo’n 54 Mton)
Ook in de toekomst zal de mondiale CO2-markt behulpzaam zijn bij het behalen van ambitieuze CO2-doelen.
- De studie van de Wereldbank en Ecofys toont dat als je een deel van de CO2-doelen met mondiale projecten realiseert, je in 2030 een-derde en in 2050 de helft van de kosten kan besparen.
- Een studie van Environmental Defense Fund laat zien dat via de mondiale CO2-markt, van 2020 tot 2035 met dezelfde uitgaven het dubbele, totaal 140 miljard, gereduceerd kan worden.
Dus als Nederland daar nu ook weer in investeert, kan men zich voorbereiden op extra reducties later (te denken valt aan de stap van 49% naar 55%).
2. HOOFDVRAAG: Sluit het arrest het gebruiken van carbon credits uit?
Nee. Het Arrest van de Hoger Raad sluit, net als de eerdere vonnissen van het Hof en de Rechtbank het gebruik van carbon credits niet expliciet uit. Men heeft wellicht over het hoofd gezien dat het mogelijk is; maar volgens internationale regels komt die flexibiliteit Nederland gewoon toe. De internationale verdragsregels laten het juist wel expliciet toe. In het Arrest verwijst de Hoge Raad in 2.3.2. naar het Hof dat die internationale regels noemt en aangeeft aan te waarderen als Nederland internationaal samenwerkt bij reducties en wijst o.a. op het vooroplopen van Zweden, dat juist gebruik maakt van CDM-credits. Zie het arrest van het Gerechtshof Den Haag, Afdeling Civiel recht, Zaaknummer : 200.178.245/01 van 9 oktober 2018
Motivering; Het arrest zegt in overweging 2.3.1. dat het gaat om de “vordering van Urgenda om de Staat te bevelen om de Nederlandse emissies van broeikasgassen zodanig te (doen) beperken dat het gezamenlijke volume van die emissies per ultimo 2020 met minimaal 25% zal zijn verminderd ten opzichte van het jaar 1990 (het Kyoto basisjaar). Onder gezamenlijk volume kan begrepen worden binnenlandse reductie EN buitenlandse credits, die namelijk meetellen als eigen reducties. Juist omdat het hier gaat om een civiele zaak ter bescherming van de Nederlandse burger tegen het mondiale klimaatprobleem is het ook begrijpelijk dat ook het financieren van internationale CO2-reducties meetelt als inspanning van de Nederlandse staat tegen opwarming van de atmospheer.
In 2.3.2. verwijst de Hoge Raad naar het Hof dat zegt dat Urgenda “voor zover zij namens de huidige generatie Nederlanders optreedt tegen de emissie van broeikasgassen op Nederlands grondgebied.” Dat is inderdaad belangrijk en CDM credits helpen daarbij volgens Art 12 van het Kyoto Protocol.
In de overweging van het eerdere arrest van het Hof zei Urgenda onder 28 dan ook dat het “onderkent dat het gaat om een mondiaal probleem, dat de Staat slechts iets kan doen aan de uitstoot vanaf Nederlandse bodem”. Dit doet het vermoeden rijzen dat Urgenda wellicht niet weet van de mogelijkheid dat Nederland via Kyoto-credits meer kan doen dan alleen reducties vanaf Nederlandse bodem. Vanuit Nederland kan het kabinet, net zoals Zweden, Zwitserland en Noorwegen dat doen en Nederland voorheen ook deed, vroeger deed, aanvullend CDM-credits kopen.
In 2a en overweging 2.3.1., 2.3.2. en 7.2.6. verwijst de Hoge Raad ook naar de Europese Effort Sharing Decision (Beschikking 406/2009/EG) uit 2009 en die beschikking bepaalt juist expliciet “Het is van belang dat de lidstaten de CDM-kredieten kunnen blijven gebruiken, zodat er na 2012 een markt voor die kredieten blijft bestaan.” Hierboven heb ik al aangegeven dat de ‘Effort Sharing Decision” het gebruik van CDM-credits supplementair aan binnenlandse reducties, toelaat.
In deze Beschikking van 2009 werd dat gebruik beperkt tot 3% per jaar van niet-ETS emisies in 2005: dat zou dan 3 Mton gaan. Dat was in afwachting van een internationale afpraak; die er is tijdens de Klimaattop in Doha in 2012 gekomen. Het is ook mogelijk de ongebruikte 3% van een ander land te gebruiken. Dus zo hard is die beperking niet. Maar dit arrest gaat ten eerste over de gezamenlijke Nederlandse emissies en tweede gaat de Effort Sharing Beschikking NIET over de 5% extra CO2-reductie die de Hoge Raad definitief heeft gemaakt: daarvoor mag Nederland in principe carbon credits gebruiken.
het belang van Ook wijst de de Hoge Raad in overweging 2.3.2. op internationale samenwerking:”vanaf zijn grondgebied naar vermogen maatregelen te nemen die, tezamen met de inspanningen van andere staten, bescherming bieden tegen de gevaren van ernstige klimaatverandering.”. Daar valt ook onder de voornoemde mogelijkheid om via internationale carbon credits reducties elders mee te nemen bij de eigen emissiereducties en het eigen CO2-doel van 2020.
In overweging 2.3.2. tot slot verwijst de Hoge Raad ernaar dat ‘Net als Nederland hebben andere EU- lidstaten een eigen verantwoordelijkheid om de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk te beperken. (..) in vergelijking met lidstaten zoals (…) Zweden (..) blijft de Nederlandse reductie-inspanning ver achter”. Dat is met name interessant omdat Zweden juist een deel van haar 2020-reductiedoelstelling haalt met het kopen van Kyoto credits (zie onder 1). Mede daardoor loopt Zweden voorop, hetgeen het Hof van waarde acht.