Vandaag nam het Milieucomite van het Europees Parlement een aantal amendementen aan om het EU Emissiehandelssysteem na 2020 aan te scherpen. Daarbij ging ze verder dat het voorstel van de Europese Commissie. Interessant is de bepaling die er op neer komt dat als kolencentrales eerder sluiten en minder emissierechten geveild hoeven te worden[1].
De Plenaire stemming is in februari 2017. Daarna moeten Europese Commissie en EU-Lidstaten een akkoord sluiten voor het bindend wordt. Verwacht wordt dat de Europese Commissie en de EU-landen met de meeste aanpassingen akkoord gaan. De CO2-prijs steeg 9% naar €5,15 en blijft nu boven 5€ hangen.
Al met al, een ambitieuzere CO2-markt met als gevolg hogere CO2-prijzen, terwijl de (efficiënte) industrie zijn bescherming houdt. Interessant is ook de bepaling die er op neer komt dat als kolencentrales eerder sluiten en minder emissierechten geveild hoeven te worden.
Een overzicht van de aanpassingen van de CO2-markt na 2020, bedoeld om het CO2-doel van 40% in 2030 te halen:
- De Marktreserve haalt vanaf 2019 gedurende 4 jaar ipv 12% zoals voorgesteld, 24% van het overschot van emissierechten van de markt;
- Van het huidige overschot wordt 800 miljoen emissierechten in 2021 gecanceld; de 120 miljoen niet uitgedeelde rechten voor nieuwkomers komen ook niet beschikbaar;
- Het jaarlijks budget aan beschikbare emissierechten neemt vanaf 2012 jaarlijks ipv de voorgestelde 2,2% nu 2,4% af, dus jaarlijks 53 miljoen emissierechten minder (van 2012-2020 is dat minder, 1,72 per jaar), deo zigenaamde “Linear Reduction Factor”;
- Sectoren die weinig importeren en exporteren naar gebieden buiten de EU krijgen voortaan geen gratis emissierechten meer en moeten naar de CO2-markt of veiling kopen. Hieronder valt bijvoorbeeld de cementsector.
- Aan de andere kant meer bescherming voor de industrie: 10 miljard € extra in een Fonds voor compensatie voor stijgende energieprijzen als gevolg van hogere CO2-kosten; maar de compensatie moet meer binnen EU geharmoniseerd worden. En een 12 miljard € Innovatiefonds voor de industrie, waaruit bijvoorbeeld CO2-afvang, -opslag en nu ook CO2-hergebruik gefinancierd wordt.
- Meer gratis rechten komen beschikbaar voor de industrie zoals staal en kunstmest: de Commissie wilde 57% van alle rechten veilen; het EP wil 52%, dus 5% meer gratis rechten.
- Minder gratis CO2-rechten voor de luchtvartsectir voor vluchten binnen de EU: van 85% gratis, naar 50%. De ‘afgepakte’ gratis rechten komen in het potje voor de industrie. En de scheepvaartsector moet ook onder het ETS komen als de VN Scheepvaart-organisatie IMO daar geen afspraak over maakt.
Al met al, een ambitieuzere CO2-markt met als gevolg op termijn hogere CO2-prijzen, een eerder einde aan het overschot, terwijl de (efficiënte) industrie zijn bescherming houdt. Maar hogere CO2-prijs betekent een hogere prikkel voor innovatie. De reactie van de industrie zijn deels negatief, maar overwegend positief. Ambitieuzere politieke partijen milieuorganisaties zijn ontevreden, hoewel een goede stap is gezet, vinden zij.
Pointcarbon schat dat de CO2-prijs met de aanpassingen op €22-25 in 2030 komt (zie figuur).
De eerste review van de ETS ivm met het Parijs Akkoord kan in 2023 plaatsvinden.
Wat de lange termijn doelen van het Parijs Akkoord betreft, naar 90% reductie in 2050 en meer: er is nog tijd, ook door de noodzakelijke internationale onderhandelingen de ETS-doelen aan te scherpen. De eerste review van de ETS loopt met de 5-jaarcyclus van het Parijs Akkoord mee en vindt in 2023 plaats.
[1] De lidstaten stellen de Commissie om de twee jaar op de hoogte van het aantal door nationale maatregelen gesloten elektriciteitsopwekkingscentrales. De Commissie berekent het aantal emissierechten dat overeenstemt met deze sluitingen. De lidstaten mogen afstand doen van een overeenkomende hoeveelheid rechten en deze in de MSR plaatsen.”
Motivering: Maatregelen van de lidstaten en de EU voor vervroegde sluiting van elektriciteitscentrales kunnen een substantiële impact hebben op de energiemarkt en de prijsniveaus van de emissierechten. Het recht van de lidstaten om veilinghoeveelheden die verband houden met dergelijke sluitingen te wijzigen, moet voor een dynamischere marktwerking zorgen door overaanbod te helpen voorkomen.