In zeven provincies en steden lopen sinds vorig jaar pilots voor CO2-emissiehandel tot 2016. De pilots omvatten 35-50% van de emissie van het gebied. Totaal meer dan 1,5 miljard ton CO2-emissies, bijna 10 % van de nationale emissies.
Al heeft de nationale CO2-doelstelling (40-45% minder CO2 per eenheid BNP in 2020 t.o.v. 2005) betrekking op de CO2-intensiteit van de economie en kunnen totale emissies toenemen, de emissiehandel-pilots hebben absolute CO2-doelen (maximum aantal CO2-rechten). De allocatie van emissierechten aan de individuele bedrijven is absoluut en gebaseerd op historische emissies. In verband met de economische groei kunnen de absolute emissiequota wel toenemen.
De deelnemers moeten jaarlijks rapporteren en onafhankelijke verificatie is verplicht. Met steun van Noorwegen en de VN hebben autoriteiten boekhoudregels ontwikkeld. Op niet naleven van regels zijn boetes van $1.500-15.000; voor het te laat inleveren van emissierechten staat een boete van driemaal de marktprijs: dus zo’n $15 per ton CO2.
Meest opvallend is dat onder emissiehandel de directe en indirecte CO2-emissies vallen: de bedrijven worden aangeslagen voor eigen opwekking van stroom en warmte, als ook voor de levering van gas voor warmte en stroom in openbare gebouwen en kleine bedrijven. Dat komt omdat andere sectoren geen CO2-verplichtingen hebben. Maar omdat voor de consumenten de energieprijzen van bovenaf worden bepaald, kunnen eventuele CO2-kosten echter niet worden doorgerekend
Gebruik van projectcredits – nieuwe bestemming CDM-overschot
Omdat China naast de pilots geen sector-doelen heeft, mogen bedrijven voor 5-10% CO2-credits van binnenlandse projecten gebruiken uit eigen provincie of stad. Dat gaat om te beginnen in de meeste gevallen om Chinese “Clean Development Mechanism” projecten (CDM-CCERs). Die zijn in het kader van het Kyoto gerealiseerd voor industrielanden. Maar door het overschot op de CO2-markt en afname van de vraag, wil China deze voor eigen verplichting gebruiken: de CO2-prijs van CCERs is inmiddels gestegen van $0,40 naar $3,00!
Verschillen tussen pilots
Er zijn veel verschillen tussen de pilots, De CO2-doelstelling varieert tussen 15-19% in 2020 t.o.v 2010. De allocatie van emissierechten aan de individuele bedrijven is absoluut en gebaseerd op historische emissies en efficiencyverbetering. De meeste emissierechten worden gratis toegekend; sommige pilots vragen een vergoeding. Alleen in Guangdong en Hubei veilen autoriteiten een gedeelte. In Beijing vallen alle CO2-bronnen boven 10.000ton CO2 eronder; in Guangdon de grote industrie en energie; in Shanghai ook de havens, luchtvaart en hotelbranche. In Chongqing valt de financiële sector onder ETS en telt bosaanplant mee.
Overzicht van de pilots
Pilot | Aantal deelnemers | Emissies in 2010; baseline | Emissiequota 2013 en 2014 in Mton CO2 | Opmerking |
1,Beijing | 500 | 110 | 60 | Betreft veel energie; veel industrie is verplaatst |
2,Chongqing | 300 | 131 | 100 | Ook banken doen mee. Bosaanplant telt mee |
3.Guangdong | 827 | 541 | 388 | Ook transport en gebouwen |
4.Hubei | 140 | 306 | 324 | Transporthub. Ook voeding- en drankindustrie en |
5.Shanghai | 197 | 230 | 150 | Veel multinationals. Ook havens en luchtvaart |
6.Shenzhen | 100 | 83 | 635 | Eerste pilot; meeste ervaring met handel en hoogste CO2-prijs; nu $16 |
7.Tianjin. | 114 | 155 | 80 | Havenstad met veel industrie |
Totaal | 2.178 | 1.556 | 1.637 |
Beperkte handel
Over het algemeen kregen de bedrijven voldoende emissierechten en was er maar een beperkte secundaire handel: zo’n 1% van alle toegekende emissierechten over de eigen emissiebeurzen. Dat komt ook omdat de systemen nieuw zijn en de markt niet weet hoe groot het totale tekort is. Emissiecijfers zijn nog niet gepubliceerd. De gemiddelde CO2-prijs op de markt varieerde van $4,70 in Chongqing tot $ 12,40 in Shenzhen. Er is ook geen handel in ‘futures’. Over het algemeen zijn de Chinese autoriteiten huiverig voor een oververhitte markt en het instorten van de CO2-prijs. Shenzhen, Guangdong en Hubei hebben een emissierechten-reservepot om prijs-fluctuaties op te vangen. Men heeft geleerd van de EU. Dus men begint voorzichtig en handel is er nog weinig.
Praktijkvoorbeeld Guangdong
In Guangdong weigerde een aantal bedrijven eerst de ETS-regels na te leven. En staatsbedrijven twijfelden eerst aan de bevoegdheid van lagere autoriteiten. Maar nadat de inspecties startten, werden gegevens ingeleverd en stegen CO2-prijzen. Van de 202 bedrijven leverden 182 vorige week de emissierechten in over emissies in 2013. Achttien hadden minder emissies; 2 leverden geen emissierechten in. Deze zullen bestraft worden en de namen worden gepubliceerd. Grootste emittent was energiebedrijf Guangdong Yudean Group met 21 Mton CO2. Totaal waren 350 Mton emissierechten gealloceerd. Daarvan werden er 99.97 % weer ingeleverd.
Bedrijven in cement, staal en ijzer, zagen productieverlies en klaagden over het feit dat ze minimaal 3% van de rechten van de overheid moesten kopen voor een minimum prijs van $9.66; men vond dat te hoog. De overheid veilde 11,1 Mton emissierechten. De handel was dun; de meeste bedrijven beschikten over voldoende rechten. De Autoriteiten willen het ETS nu aanpassen. Het moet beter werken en marktliquiditeit moet groter en de veiling-prijs wordt gekoppeld aan de marktprijs. En men wil het systeem uitbreiden naar keramiek en textiel.
Betekenis van de emissiehandelpilots
Het invoeren van emissiehandel betekent dat China een groot deel van de economie onder een verplicht CO2-regime. En ook betekent het dat Chinese bedrijven gaan betalen voor CO2-emissies. De plafonds zijn weliswaar soepeler dan de Europese, maar de CO2-prijs is meer dan het dubbele. Dit betekent in elk geval dat de gang naar een internationaal ‘level playing field’ voor bedrijven op termijn is ingesteld, wat een belangrijke voorwaarde is voor een nieuw mondiaal Klimaatakkoord.
______________________
Geraadpleegde bronnen: