Jos Cozijnsen over klimaattop in Warschau: “Ontbossing zorgt voor 17 procent van de mondiale CO2-emissies”
De klimaattop in Warschau bood volgens de meeste aanwezigen slechts treurnis. Maar een aantal Nederlandse bedrijven is gekomen met een prachtig initiatief om ontbossing tegen te gaan. Het is het soort project dat kenmerkend is voor het klimaatbeleid van de toekomst: niet langer wachten tot staten met een bak met geld komen, maar samenwerking tussen bedrijven, stichtingen en wetenschap. De Nederlandse overheid omarmt het initiatief. Energiebedrijf Eneco en tapijtproducent Desso presenteerden met de International Union for Conservation of Nature National Committee of the Netherlands (IUCN-NL) en het bosfonds Althelia hun initiatief om te gaan investeren in bosbeschermingsprojecten, het zogenaamde Reducing of Emissions from Deforestation and Forest Degradation (REDD). Andere bedrijven die meedoen zijn Essent en ontwikkelingsbank FMO. Ze gaven ook aan te gaan pleiten voor scherpere CO2-doelen en koppeling van bosbeschermingscredits aan de Europese CO2-markt.
De partners hadden geen beter moment kunnen kiezen, want de klimaattop nam juist een pakket aan van besluiten om gezamenlijk ontbossing aan te pakken en projecten te gaan financieren. Ik mocht dat event faciliteren in de sidelines van de klimaattop. De zaal was vol met allerlei organisaties die zich met ontbossing en CO2-projecten bezighouden, landenvertegenwoordigers en onderzoekers.
Platform
Dit initiatief maakte om meerdere redenen indruk. Het wordt gesteund door de Nederlandse regering, IUCN Nederland en wetenschap via het Platform Biodiversiteit Ecologie en Economie. Zo’nplatform is toch uniek in de wereld en lijkt, zo bleek bij de reacties op de presentatie, wellicht een Nederlands exportproduct. Daarnaast gaan bedrijven al REDD-projecten financieren, terwijl de regels nog niet vaststaan en de CO2-prijs laag staat. De bedrijven willen hiermee juist aantonen dat bosbescherming mogelijk is, rekening houdend met lokale belangen en behoud van economische ontwikkeling. Dit bijvoorbeeld als projecten gepaard gaan met hogere productiviteit van landbouw of koffieteelt en duurzaam bosbeheer. Ze hopen dat een snellere regelgeving en acceptatie van REDD-credits door de Europese CO2-markt hiermee versneld wordt.
Cradle-to-cradle en holistische bosbescherming
Niet in de laatste plaats maakte de cradle-to-cradle aanpak van Desso indruk. Deze werd gepresenteerd door Managing Director Roland Jonkhoff. Hij vertelde dat er geen enkele vezel bij verloren gaat. Een dergelijke circulaire manier van werken lijkt goed aan te sluiten op REDD-projecten. Deze hebben de meeste kans van slagen bij een ‘holistische aanpak’, dat wil zeggen rekening houdend met biodiversiteit, inheemse volken en het risico van verschuiving van ontbossingsactiviteiten.
Mark Meyrick, hoofd van Eneco’s carbon desk, zei dat Eneco in samenwerking met WNF en IUCN al een ‘Code of Conduct’ heeft gemaakt voor REDD-projecten. En de projecten zullen gecertificeerd worden met de VCS CO2-standaard en CCBD sociale standaard. Er was veel interesse in de concrete projecten en de resultaten die men wil behalen. In juni volgt een vervolgpresentatie in Bonn.
Ontbossing draagt voor 17 procent bij aan de mondiale CO2-emissies. De aanpak daarvan is betaalbaar en biedt kansen, bijvoorbeeld voor duurzame landbouw. Men wil daarom dat Brussel de boscredits wel waardeert. Dit pleidooi verdient alle steun.