“4 besluiten over emissiehandel worden essentieel”
Zoals ik eerder schreef, wordt het effect van emissiehandel bepaald door de ambitie van het CO2-plafond. Dat hangt ruwweg af van vier nog te nemen besluiten:
1. Het opzetten van een Markt Stabiliteits Reserve om het overschot aan emissierechten, zo’n 2 miljard, in te doen. De Europese Commissie stelde de start daarvan voor in 2021. Sommige landen, waaronder Duitsland, Denemarken en Nederland zijn geïnteresseerd in een eerdere start. Het Europees Parlement bespreekt dit in november/december en stemt februari 2014 over het voorstel;
2. Europese besluitvorming tot een intern EU CO2-doel voor 2030 van minimaal 40%. Op 23/24 oktober bespreekt de EU-top het voorstel;
3. Internationaal Klimaatakkoord in december 2015. Als dit grote steun krijgt, zal de EU een CO2-doel voor 2030 van 50 procent kunnen aannemen, waardoor er minder emissierechten komen en de CO2-prijs omhoog kan. Dit omdat er door het Klimaatakkoord ook een groter ‘level playing field’ is;
4. Ook kan men dan besluiten de 900 miljoen ton emissierechten, die vanaf dit jaar tot 2016 minder geveild worden (backloading), niet alsnog te gaan veilen, maar ook in de Reserve te doen en die Reserve inderdaad al voor 2020 op te zetten.
De noodzaak van een dergelijk pakket werd deze week weer duidelijk door ophef rond de publicatie van een studie van Decisio/CBS over de maatschappelijke kosten van wind op zee (media spraken over 5 miljard euro schade). Die zijn inderdaad fors, als de CO2-doelen en de CO2-prijs niet omhoog gaan. Het is essentieel dat Nederland en de EU bij de onderhandelingen voor dit volledige pakket gaan. Zo’n politiek signaal voorkomt dat de CO2-prijs volatiel blijft en juist weer gaat dalen, zoals we de afgelopen jaren door de vele discussies in Brussel zagen gebeuren.
Deze column vrscheen eerder op www.energiepodium.nl